Een brief naar Fons Waaijer, ongekuiste versie
Uit
2023. Zie voor duiding ook idee 142
----
Beste Fons,
Dinsdag
30 mei hebben wij een gesprek in het HUMC, waar ik erg naar uitkijk. Ik hoop
dat we het kunnen hebben over de implicaties van de ‘conventional wisdom’ als
opgeschreven door JK Galbraith in casu covid. Binnen die conventional wisdom
ligt de reden waarom ik vertrokken ben uit de academie, en binnen die
conventional wisdom zie ik kans om terug te keren in de academie, als BIG
geregistreerd arts en epidemioloog, zonder dat iemand daar kleerscheuren aan
overhoudt, wat mijn doel is.
We
hebben het eerder (pre-covid) over Galbraith’s essay over conventional wisdom
gehad en dat essay staat in het boek: The Affluent Society (boek dat we beiden
in onze kast hebben staan). Ik zal daarom niet uitgebreid citeren (je kan het
daar zelf lezen), maar toch een paar quotes die ik nogal treffend vind:
‘Audiences of all kinds must applaud what they like
best. And in social comment, the test of audience approval, far more than the
test of truth, comes to influence comment.’
‘Just as truth ultimately serves to create a
consensus, so in the short run does acceptability.’
‘Numerous factors contribute to the acceptability of
ideas. To a very large extent, we associate truth with convenience - with what
most closely accords with self-interest and personal well-being or promises
best to avoid awkward effort or unwelcome dislocation of life. We also find
highly acceptable what contributes most to self-esteem.’
‘Because familiarity is such an important test of
acceptability, the acceptable ideas have great stability. They are highly
predictable. […] I shall refer to these ideas henceforth as the Conventional
Wisdom.’
‘The enemy of the conventional wisdom is not ideas but
the march of events.’
Over
‘the march of events’ wil ik het met je hebben. In onderstaand (en
bijgevoegd) kun je zien hoe ik die loop van gebeurtenissen aan het samenstellen
ben. Een ‘smoking gun’ is het covid ‘geeft’ longembolie verhaal waarover Richard
indertijd heeft gepubliceerd (en Marleen in zijn gevolg, en daarmee: de
volledige wereld van trombose-experts), en waar Miranda de oorzaak maar niet
van kan vinden ondanks de tonnen subsidie die ze voor dit onderzoek krijgt
(omdat ze op alle plekken zoekt behalve op de juiste plek, i.e., nalatig
handelen) en wat ik oa in april-mei 2020 aan je heb voorgelegd als typisch
covid voorbeeld van medische nalatigheid. En waarop jij per mail reageerde dat
je ‘geen expert’ was. Dit begrijp ik allemaal heel goed vanuit Galbraith’s
conventional wisdom. Covid relateren aan medische nalatigheid past niet in de
conventional wisdom, zeker niet in april-mei 2020. Maar het past wel binnen de
loop van gebeurtenissen (march of events).
Met
die loop van gebeurtenissen, die ik samenvat als covid=griep+medische
nalatigheid, ben ik aan de weg aan het timmeren door het er met iedereen over
te hebben die het maar wil weten, wat inmiddels heeft geleid tot kamervragen en
publicaties. Ik praat er met Jan en alleman over en ook met de media, politiek,
IGJ. De enige partij met wie ik er nog niet echt over spreek (vanwege mijn
destijds vrijwillige excommunicatie=vrijwillig ontslag HUMC) is de academie.
Die excommunicatie wil ik opheffen door het er met jou over te hebben. Ik hoop
dat je hiervoor open staat.
Een
moeilijke factor binnen the conventional wisdom is de presentatie van ‘het
feit’. Ook daar hebben we het eerder over gehad binnen een essay over Magritte
dat jij in 2017 had geschreven als editorial voor JTH (zie: https://onlinelibrary.wiley.com/doi/full/10.1111/jth.13844)
en mijn reactie daarop dat Magritte’s schilderijen mij erg overkomen als
Wittgenstein’s beroemde verhandeling over Jastrow’s rabbit-duck plaatje.
In bovengenoemd essay schreef je: ‘we stick with good
old words as symbols, since they seem most efficient to convey dry facts.
Nevertheless, we should bear in mind that they are only symbols, and that every
sentence is imperfect in describing reality, for instance because it invariably
supposes prior knowledge.’
De ‘prior knowledge’ is de crux. Hoe
weten wij dat covid bestaat als ‘nieuwe ziekte’ (de conventional wisdom) en
niet als term waarin covid wordt samengevat als covid=griep+medische
nalatigheid (wat ik in covid zie). Zie Wittgenstein’s filosofische
onderzoekingen (Nederlandse vertaling), deel 2 paragraaf 194-195, waarin
Wittgenstein over het plaatje van Jastrow zegt:
‘Men
laat mij de h-e-kop zien en vraagt mij wat dat is; dan kan ik
zeggen: “dat is een h-e-kop.” Maar ik kan ook heel anders reageren
op die vraag. - Het antwoord is dat het een h-e-kop is, is weer de
mededeling van mijn waarneming; het antwoord ‘Nu is het een h’ is dat niet. Had
ik gezegd ‘Het is een haas’, dan zou de dubbelzinnigheid mij ontgaan zijn, en
zou ik mijn waarneming gerapporteerd hebben.
De
wisseling van aspect. ‘Je zou toch zeggen dat het plaatje nu volkomen veranderd
is!’
Maar
wat is anders: - mijn indruk? mijn gezichtspunt? - Kan ik dat
zeggen? Ik beschrijf de verandering als waarneming, net alsof
het voorwerp voor mijn ogen veranderd was.’
Thomas
Kuhn (in zijn essay, The structure of scientific revolutions, dat, naar ik
aanneem, ook in je kast staat) heeft het over dit rabbit-duck plaatje [zonder
het te noemen] wanneer hij spreekt over paradigma veranderingen. Het is een wat
lange quote, en iets minder dichterlijk en mooi opgeschreven dan Wittgenstein’s
h-e-kop (vind ik), maar wel psychologisch en erg inzichtelijk voor mensen die
zich afvragen waarom binnen een dubbelzinnig beeld (als covid) wordt ‘gekozen’
(het is veelal geen keuze) voor ‘the acceptability of ideas’. Zie HS VI
‘In a psychological experiment that deserves to be far
better known outside the trade, Bruner and Postman asked experimental subjects
to identify on short and controlled exposure a series of playing cards. Many of
the cards were normal, but some were made anomalous, e.g., a red six of spades
and black four of hearts. Each experimental run was constituted by the display
of a single card to a single subject in a series of gradually increased
exposures. After each exposure the subject was asked what he had seen, and the
run was terminated by two successive correct identifications.
Even on the shortest exposures many subjects
identified most of the cards, and after a small increase all the subjects
identified them all. For the normal cards these identifications were usually
correct, but the anomalous cards were almost always identified, without
apparent hesitation or puzzlement, as normal. The black four of hearts might,
for example, be identified as the four of either spades or hearts. Without any
awareness of trouble, it was immediately fitted to one of the conceptual
categories prepared by prior experience. One would not even like to say that
the subjects had seen something different from what they identified. With a
further increase of exposure to the anomalous cards, subjects did begin to
hesitate and to display awareness of anomaly. Exposed, for example, to the red
six of spades, some would say: That’s the six of spades, but there’s something
wrong with it – the black has a red border. Further increase of exposure
resulted in still more hesitation and confusion until finally, and sometimes
quite suddenly, most subjects would produce the correct identification without
hesitation. Moreover, after doing this with two or three of the anomalous
cards, they would have little further difficulty with the others. A few
subjects, however, were never able to make the requisite adjustment of their
categories. Even at forty times the average exposure required to recognize
normal cards for what they were, more than 10 per cent of the anomalous cards
were not correctly identified. And the subjects who then failed often
experienced acute personal distress. One of them exclaimed: “I can’t make the
suit out, whatever it is. It didn’t even look like a card that time. I don’t
know what color it is now or whether it’s a spade or a heart. I’m not even sure
now what a spade looks like. My God!’
Of
zoals Cruijff zei: ‘Je gaat het pas zien als je het doorhebt.’
Het
is de verandering van aspect, de interpretatie van wat covid is, het paradigma,
waar ik het met je over wil hebben. Voor mij staat het als een paal boven water
dat covid=griep+medische nalatigheid. The ‘body of evidence’ voor
covid-longembolie is er, maar ligt in het HUMC en daar mag ik niet meer
aankomen. Maar het ligt er wel! - Ik wil je komende dinsdag vragen of je dat
feit (wat ik al heb prijsgegeven aan IGJ, zie onderstaand) wil delen met IGJ
waarna IGJ het feitelijk onderzoek kan overnemen. Let wel: zoals ik het zie
valt niemand binnen het medische (in zoverre ik dat heb kunnen zien) iets
kwalijk te nemen. Waar het medische in covid het konijn van Jastrow’s plaatje
zag, zag en zie ik een eend (een canard). Het is het probleem van
interpretatie. Beelden (en woorden) kunnen dubbelzinnig zijn. En als die
dubbelzinnigheid bestaat (ik hoop dat we het daarover eens kunnen worden) dan
wordt vaak allereerst de keus gemaakt om de beelden/woorden vanuit de
conventional wisdom te bezien (conform Galbraith’s definitie van wat
conventional wisdom is). Maar een wetenschapper moet boven die conventional
wisdom staan en beschrijven wat is. Die kans ligt er nog steeds, het is een
schot voor open doel voor de academie, maar waarvan ik vrees dat de academie
denkt dat ze een eigen doelpunt scoort als ze met mij (en vele anderen) inzien
dat covid=griep+medische nalatigheid. En ja, dat inzicht is zeker pijnlijk voor
een aantal academische experts die zo lang de conventional wisdom van wat covid
is binnen de media hebben gepresenteerd. Maar wetenschap hoort zelfreinigend te
zijn en het zou een geweldige opsteker zijn als we daar samen een invulling aan
kunnen geven.
Voor
volledigheid heb ik een deel van mijn correspondentie met IGJ toegevoegd, als
ook mijn zogenoemde ‘manuscript’ wat ik over de covid periode aan het schrijven
ben (en voornemens ben om te publiceren). Als stok achter de deur heb ik IGJ in
cc gezet omdat ik vind dat zij moet weten hoe ik in deze zaak
sta en hoe ik denk hoe we uit deze impasse kunnen komen. Ook
zal ik dit bericht doorsturen naar andere partijen (media en politiek) met wie
ik spreek, maar daarbij zal opmerkingen dat niets gebruikt mag worden uit deze
mail zonder mijn expliciete toestemming (die ze nog niet gekregen hebben, want
daarvoor wil ik eerst met jou afspreken).
Ik
hoop dat we hieruit komen, of zoals de Engelsen zeggen: ‘it takes two to
tango’.
Groeten,
Willem
Van: willem
lijfering
Verzonden: maandag 15 mei 2023 21:27
Aan: info@landelijkmeldpuntzorg.nl <info@landelijkmeldpuntzorg.nl>; Meldpunt@igj.nl <Meldpunt@igj.nl>
Onderwerp: Re: 2112 6557
Geachte
mevrouw [gesupprimeerd], geachte inspecteur,
Uit
het manuscript (dat ik u eind 2022 voor het laatst heb verstuurd, zie
onderstaande mailwisseling) is uitstapje 32 inmiddels gepubliceerd en zijn
hierover kamervragen gesteld, zie: https://bvnl.nl/corona/ooggetuigenverslag-van-een-bezorgde-arts-epidemioloog-tijdens-de-eerste-coronagolf/
Wat
ik vergeten was te melden, of niet publiekelijk wilde melden, is dat ik zeker
weet dat geen van de patiënten die met covid19 in het HUMC in maart-juni 2020
zijn opgenomen, bij opname getest zijn op het al dan niet hebben van
longembolie volgens het HUMC protocol ([gesupprimeerd]).
Hoe
ik dat zeker weet: ik moest die data indertijd zelf in het HUMC verzamelen! Ik
deed dat met onder andere [gesupprimeerd] (een student assistent van
[gesupprimeerd], infectioloog HUMC), in opdracht van de RvB HUMC, onder leiding
van [gesupprimeerd] en onder toezicht van mijn destijds leidinggevende Fons
Waaijer, afdelingshoofd klinische epidemiologie, HUMC.
Het
enige is: ik kan het niet bewijzen, want deze patientengegevens vallen niet
onder mijn beheer (zijn afkomstig uit het HUMC, waar ik sinds 2021 niet meer
werk). - Maar ik weet wel waar die data in het HUMC liggen en aangezien u wel
bij die data mag komen… zou ik u kunnen aanwijzen waar die data liggen. De
namen die ik hierboven genoemd heb zijn mijn ‘partners in crime’. Partners in
crime omdat ik volgens mij juridisch gezien helemaal niet die data had mogen
verzamelen (de jurist van het HUMC was erg stellig indertijd), maar welk advies
van de jurist door de RvB, infectieziekten en klinische epidemiologie in de
wind is geslagen. En ik heb het verzameld. In opdracht van weliswaar en het
waren gekke tijden maar toch… Volgens mij had ik het niet mogen doen, maar toch
gedaan en daarom weet ik dat artsen in het HUMC medisch nalatig zijn geweest in
het vaststellen dan wel uitsluiten van longembolie bij covid19 opname.
U
kunt dat overigens allemaal in mijn manuscript teruglezen, maar ook in een
epiloog die ik aan deze mail toegevoegd heb (en die u nog niet eerder gelezen
heeft, ctrl F ‘epiloog’). In die epiloog kunt u lezen dat ik aantoonbaar kan
maken dat:
1.De
PCR test voor Sarscov2 diagnose niet getest is op validiteit
2.de
case fatality rate voor covid tot aan het begin van de pandemie niet anders was
dan de case fatality rate voor griep
3.lockdowns
niet werkten, het was de lente die de ernstige covid ‘besmettingen’ een halt
toeriep (en de rest was een testepidemie, zie ad 1)
4.Aan
het begin van de pandemie er sprake was van medische nalatigheid (zoals ik
eerder naar u betoogd heb en welk betoog heeft geleid tot publicatie,
zie: https://bvnl.nl/corona/ooggetuigenverslag-van-een-bezorgde-arts-epidemioloog-tijdens-de-eerste-coronagolf/
5.Al
eind 2020 bekend was dat boosters niet covid luchtweginfectie kunnen voorkomen
6.Uit
de resultaten van de Pfizer trial gehaald kan worden dat de 95% effectiviteit
slogan gebaseerd is op los zand.
Uit
de epiloog kunt u ook halen dat ik met iedereen praat (die het wil weten, een
groeiende groep mensen) waarom epidemiologisch gezien covid=griep+medische
nalatigheid. Dat ik daar met iedereen over kan praten, behalve met IGJ is toch
wel een beetje gek.
Ik
wil u dan ook vragen of u mij wilt uitnodigen bij IGJ zodat ik mondeling mijn
verhaal kan toelichten. Ik heb genoeg te melden.
Mvg,
Willem
Lijfering
Van: willem
lijfering
Verzonden: donderdag
29 december 2022 15:52
Aan: info@landelijkmeldpuntzorg.nl <info@landelijkmeldpuntzorg.nl>
Onderwerp: Re: 2112 6557
Geachte
mevrouw [gesupprimeerd],
Ben
blij dat het gelezen is, dat is in ieder geval iets. Verder kan ik niet zo veel
met uw mail. Wat is de definitie van ‘signaal’. Wat is
‘desinformatie.’ Wanneer vindt u iets ‘waardevol’. Het zijn klinkende
woorden, maar bij gebrek aan een definitie betekent het dat het door mij
geschrevene zonder ook maar een enkel probleem op een stapel neergelegd kan
worden. Zoals ik begrijp lig ik daar al een jaar. En verder mag ik misschien
hopen dat misschien iemand ooit… Nou ja, dat is iets, maar veel is het niet en
niet wat ik had gehoopt. Maar goed, het is wat het is en het geeft aan dat als
ik op IGJ moet wachten, ik kan wachten totdat ik een ons weg. Of niet… Het is
maar hoe de wind waait, lijkt het wel. Want bij gebrek aan definities van
woorden weet ik niets. Uw mail kan tegelijkertijd alles betekenen en niets. Het
lijkt wel politiek dat u van een wetenschappelijk probleem weet te maken. En
dat is natuurlijk het hele eieren eten.
Wat
kan ik er verder mee? - Niks, behalve dan om u nogmaals te bedanken voor
uw bericht, dat is in ieder geval iets..
Mvg,
Willem
Lijfering.
Van: info@landelijkmeldpuntzorg.nl <info@landelijkmeldpuntzorg.nl>
Verzonden: donderdag 29 december 2022 13:03
Aan: wmlijfering@hotmail.com <wmlijfering@hotmail.com>
Onderwerp: 2112 6557
Beste
heer Lijfering,
Het Landelijk Meldpunt Zorg heeft uw e-mails van 27, 28 en 29 december 2021, 21
januari 2022, 19 en 28 december 2022 in goede orde ontvangen, waarvoor dank. Ik
heb uw e-mails gelezen. U geeft informatie over de coronapandemie.
Het LMZ is onderdeel van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ). De IGJ
maakt zelf geen beleid, maar houdt op basis van bestaande wet-, regelgeving en
richtlijnen toezicht op goede en veilige zorg door zorgverleners. Bij signalen
over verspreiding van mogelijke desinformatie toetst de IGJ of er sprake is van
een overtreding van de Geneesmiddelenwet of de Wet kwaliteit, klachten en
geschillen zorg. Voor meer informatie wil ik u verwijzen naar: https://www.igj.nl/onderwerpen/desinformatie-covid-19.
Wij hebben uw eerdere berichten ter kennisgeving aangenomen, omdat er geen
specifieke vraag aan de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd werd gesteld. Deze
berichten hebben wij meegenomen op het dagelijks signaaloverzicht. Hieronder
leest u wat dat inhoudt.
Dagelijks signaaloverzicht
Het Landelijk Meldpunt Zorg is een onderdeel van de Inspectie Gezondheidszorg
en Jeugd. Elke dag maken wij een signaaloverzicht. Dit overzicht bevat de
vragen en klachten die wij die dag hebben ontvangen. Hierin zijn geen namen en
contactgegevens van burgers opgenomen. Het overzicht bevat wel namen van
zorgaanbieders of fabrikanten. De inspectie gebruikt deze informatie bij haar
toezicht op de zorg. Bij veel of ernstige signalen over een zorgaanbieder of
fabrikant kan de inspectie besluiten een onderzoek te doen.
Uw bericht is daarom erg waardevol. Op deze wijze draagt u bij aan een beter
toezicht op de kwaliteit van de zorg.
Vragen?
Als u nog vragen heeft, dan kunt u telefonisch contact met ons opnemen via
telefoonnummer 088 - 120 50 20.
Wij zijn bereikbaar op werkdagen van 09.00 tot 17.00 uur. Hierbij kunt u
registratienummer 2112 6557 vermelden.
U kunt voor informatie en advies ook onze website raadplegen: www.landelijkmeldpuntzorg.nl.
Met vriendelijke groet,
Mw. [gesupprimeerd]
Medewerker Landelijk Meldpunt Zorg
..............................................................................
Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd
Ministerie van VWS
Postbus 2115 | 3500 GC | Utrecht
..............................................................................
T 088-1205020
info@landelijkmeldpuntzorg.nl
www.landelijkmeldpuntzorg.nl
Reacties
Een reactie posten